Copini geeft in zijn onderzoek inzicht in het onderscheid tussen willen en weten, beschrijft hoe de cognitieve ontwikkeling van kinderen en jongeren verloopt en geeft aan hoe in de praktijk van het voortgezet onderwijs 'willen' en 'weten' weer samen kunnen komen.
Cultuuronderwijs is onderwijs in cultureel bewustzijn. Dit bewustzijn is het algemeen menselijke vermogen om betekenis en uitdrukking te geven aan je ervaring als mens in de wereld. Hoe ontwikkelt dit vermogen zich gedurende de adolescentie? En wat kunnen docenten in het voortgezet onderwijs met een theorie van het cultureel bewustzijn wanneer ze gezamenlijk betekenisvol, vakoverstijgend kunst- en cultuuronderwijs willen ontwikkelen?
De kunst- en cultuurvakken in het voortgezet onderwijs stellen jongeren in staat zichzelf uit te drukken en te positioneren in de samenleving. Ze leren dat cultuur iets is dat je (samen) maakt en waar ze dus verantwoordelijkheid voor kunnen nemen. Waar we vandaan komen bepaalt wie we zijn, maar het is ook het materiaal waarmee we, creatief, veranderingen tot stand kunnen brengen. Cultuuronderwijs relativeert de eigen standpunten, en die van anderen. "Het is hoog tijd voor een meer zinvolle verbinding tussen wat we van het cultureel bewustzijn weten en wat we er als docenten en als samenleving mee willen bereiken", stelt Copini.